Prime Minister Imran Khan addressed the 76th Session of the United Nations General Assembly (UNGA) on Friday, 24th September, 2021. The Dutch translation of the premier’s speech is as follows:
De volledige vertaling van de toespraak van minister-president Imran Khan bij de 76e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UNGA)
25 september 2021
Mijnheer de Voorzitter,
Ik feliciteer u met het opnemen van het voorzitterschap van de 76e zitting van de Algemene Vergadering.
Verder spreek ik graag mijn waardering uit voor de belangrijke prestaties van uw voorganger, Volkan Bozkir, die de Vergadering vaardig heeft geleid onder de moeilijke omstandigheden opgelegd door de COVID-19 pandemie.
Mijnheer de Voorzitter,
De wereld staat voor de drievoudige uitdaging van de COVID-19 [pandemie], de bijbehorende economische crisis en de bedreigingen van klimaatverandering.
Het virus discrimineert niet tussen naties en mensen. Evenmin als de catastrofes die veroorzaakt worden door onzekere weerpatronen.
De gemeenschappelijke dreigingen waarmee wij vandaag de dag worden geconfronteerd, onthullen niet alleen de kwetsbaarheid van het internationale systeem; ze onderstrepen ook de eenheid van de mensheid.
Bij de gratie van Almachtige Allah is Pakistan tot nu toe succesvol geweest in het indammen van de COVID-pandemie. Onze geijkte strategie van ‘intelligente lockdowns’ heeft geholpen met het redden van levens en bestaansbronnen en de economie overeind gehouden. Meer dan 15 miljoen gezinnen overleefden met behulp van ons sociale beschermingsprogramma van Ehsaas.
Mijnheer de Voorzitter,
Klimaatverandering is een van de voornaamste existentiële bedreigingen waarmee onze planeet vandaag de dag geconfronteerd wordt.
De bijdrage van Pakistan aan de mondiale uitstoot is verwaarloosbaar. Toch behoren wij tot de 10 meest kwetsbare landen met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering wereldwijd.
Wij zijn, volledig op de hoogte zijnde van onze globale verantwoordelijkheden, begonnen met baanbrekende milieuprogramma’s: het herbebossen van Pakistan door middel van ons 10 Billion Tree Tsunami [Project]; het behouden van natuurlijke habitats; het overschakelen op hernieuwbare energie, het wegnemen van vervuiling uit onze steden en het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Om de drievoudige crisis van de COVID-pandemie, economische neergang en klimaat noodsituatie het hoofd te bieden, hebben wij een alomvattende strategie nodig waarin opgenomen wordt:
Ten eerste, vaccinatiegelijkheid: iedereen, overal moet tegen COVID ingeënt worden en zo snel mogelijk
Ten tweede, moet er voldoende financiering beschikbaar worden gesteld aan ontwikkelingslanden. Dit kan worden gegarandeerd door een alomvattende schuldenherstructurering; uitgebreide officiële ontwikkelingshulp; herverdeling van niet-gebruikte speciale trekkingsrechten, en toewijzing van een groter deel van de speciale trekkingsrechten aan ontwikkelingslanden; en tenslotte, het versterken van klimaatfinanciering; en
Ten derde, moeten wij duidelijke investeringsstrategieën aannemen die helpen met het verlichten van de armoede, de bevordering van het creëren van banen, het bouwen van duurzame infrastructuur, en natuurlijk het overbruggen van de digitale kloof.
Ik stel voor dat de secretaris-generaal in 2025 een SDG-top bijeenroept om de implementatie van Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs)te herzien en te versnellen.
Mijnheer de voorzitter,
De kloof tussen de rijke en de arme landen neemt met een alarmerende snelheid toe, vanwege het plunderen van ontwikkelingslanden door hun corrupte regerende elites.
Via dit platform heb ik de globale aandacht gevestigd op de plaag van de illegale financiële stromen uit ontwikkelingslanden.
Het panel op hoog niveau van de secretaris-generaal omtrent financiële verantwoordelijkheid, transparantie en integriteit (FACTI) heeft berekend dat een onthutsend bedrag van 7 biljoen dollar aan gestolen activa wordt geparkeerd in financiële “paradijs”-bestemmingen.
Deze georganiseerde diefstal en illegale overdracht van activa heeft ingrijpende gevolgen voor ontwikkelingslanden. Het put hun toch al schaarse middelen uit en benadrukt de armoede vooral wanneer witgewassen geld druk uitoefent op de valuta en leidt tot de devaluatie van die munt. Tegen de huidige koers, waarbij het FACTI-panel schat dat er elk jaar een biljoen dollar uit ontwikkelingslanden wordt gehaald, zal er sprake zijn van de massale uittocht van economische migranten naar de rijkere landen.
Dat wat de Oost-Indische Compagnie India aandeed, doen de corrupte regerende elites ontwikkelingslanden aan – het plunderen van rijkdom en het overbrengen hiervan naar westerse kapitalen en offshore belastingparadijzen.
En mijnheer de Voorzitter, het is onmogelijk voor arme landen om de gestolen bezittingen uit ontwikkelingslanden terug te winnen. De rijke landen hebben geen stimulans, noch dwang, om deze onrechtmatig verkregen rijkdom terug te geven, en deze onrechtmatig verkregen rijkdom behoort toe aan de bevolking van ontwikkelingslanden.
Ik voorzie dat er in de niet zo verre toekomst een tijd zal komen waarin rijke landen gedwongen zullen worden om muren te bouwen om economische migranten uit deze arme landen buiten te houden.
Ik vrees dat een paar “rijke eilanden” in de zee van armoede ook een mondiale ramp zullen worden, net zoals klimaatverandering.
De Algemene Vergadering moet betekenisvolle stappen ondernemen om deze zeer verontrustende, en moreel weerzinwekkende situatie aan te pakken. De ‘paradijs’-bestemmingen benoemen en beschamen en een omvangrijk juridisch kader ontwikkelen om de illegale financiële stromen te stoppen en ongedaan te maken zijn de meest doorslaggevende acties om deze ernstige economische ongerechtigheid een halt toe te roepen.
En op zijn minst zouden de aanbevelingen van het FACTI-panel van de secretaris-generaal volledig geïmplementeerd moeten worden.
Mijnheer de Voorzitter,
Islamofobie is een ander schadelijk fenomeen dat wij allemaal gezamenlijk moeten bestrijden.
In de nasleep van de terroristische aanslagen van 9/11, wordt terrorisme in bepaalde kringen geassocieerd met de Islam. Dit heeft geresulteerd in het toenemen van de tendens van rechtse, xenofobe en gewelddadige nationalisten, extremisten en terroristische groeperingen om zich te richten op moslims.
De Global Counter Terrorism Srategy van de VN heeft deze opkomende dreigingen onderkend. Wij hopen dat het verslag van de secretaris-generaal zich zal concentreren op deze nieuwe terroristische dreigingen, die zijn veroorzaakt door islamofoben en rechtse extremisten.
Ik roep de secretaris-generaal op om een mondiale dialoog te beleggen over het tegengaan van de opkomst van Islamofobie. Onze evenwijdige inspanningen zouden tevens moeten zijn om interreligieuze harmonie te bevorderen, en dat moet zo ook doorgaan.
Mijnheer de Voorzitter,
De ergste en meest doordringende vorm van Islamofobie heerst nu in India. De met haat gevulde ‘Hindoetsva’-ideologie, gepropageerd door het fascistische RSS-BJP-regime, heeft een bewind van angst en geweld ontketend tegen de 200 miljoen sterke moslimgemeenschap in India. Het wetteloze lynchen door ‘burgerwachten’ voor bescherming van de koe, frequente pogroms zoals vorig jaar in New Delhi; discriminerende staatsburgerwetten om India van moslims te zuiveren; en een campagne om moskeeën in heel India te vernietigen en zo islamitisch erfgoed en cultuur uit te wissen, maken allemaal deel uit van deze criminele onderneming.
New Delhi is ook begonnen met wat onheilspellend de “definitieve oplossing” voor het Jammu en Kasjmir conflict genoemd wordt. Het volgende is ondernomen:
- een reeks illegale en unilaterale maatregelen in het bezette gebied Jammu en Kasjmir sinds 5 augustus 2019;
- een terreurregime is ontketend door een bezettingsmacht van 900 000;
- het hooggeplaatste leiderschap van Kasjmir is gevangen gezet;
- [vrije] toegang tot media en internet is onder druk gezet en beperkt;
- gewelddadige onderdrukking van vreedzame protestanten;
- de ontvoering van 13 000 jonge Kasjmiris en het martelen van honderden van hen;
- het buitengerechtelijk vermoorden van honderden onschuldige Kasjmiris in verzonnen “ontmoetingen”; en
- opgelegde collectieve straffen door het vernietigen van gehele wijken en dorpen.
Wij hebben een gedetailleerd dossier onthuld omtrent grove en systematische mensenrechtenschendingen door de Indiase veiligheidstroepen in het bezette gebied van Jammu en Kasjmir.
Deze onderdrukking gaat gepaard met illegale pogingen om de demografische structuur van het bezette gebied te veranderen, en de moslimmeerderheid te transformeren naar een moslimminderheid.
De acties van India zijn in strijd met de resoluties van de Veiligheidsraad van de VN over Jammu en Kasjmir. De resoluties schrijven duidelijk voor dat de “uiteindelijke beschikking” van het betwiste gebied besloten wordt door de bevolking, via een vrij en onpartijdig referendum dat wordt gehouden onder de leiding van de VN.
De acties van India in het bezette gebied Jammu en Kasjmir schenden ook internationale mensenrechten en het humanitaire recht, waaronder het 4e Verdrag van Genève, en komen neer op “oorlogsmisdaden” en “misdaden tegen de mensheid”.
Het is betreurenswaardig, zeer betreurenswaardig, dat het de mondiale aanpak omtrent mensenrechtenschendingen aan onpartijdigheid ontbreekt, en deze zelfs selectief is. Geopolitieke overwegingen, of zakelijke belangen en commerciële belangen, dwingen grote machthebbers vaak om de overtredingen van gelieerde landen over het hoofd te zien.
Deze dubbele standaarden zijn het meest opvallend in het geval van India, waar het RSS-BJP-regime wordt toegestaan met volledige straffeloosheid weg te komen met mensenrechtenschendingen.
Het meest recente voorbeeld van de Indiase barbaarsheid was het gedwongen wegrukken van het stoffelijke overschot van de grote Kasjmiri leider, Syed Ali Shah Geelani, bij zijn familie, door het ontnemen van een echte Islamitische uitvaart en begrafenis, zoals in overeenstemming is met zijn wensen en moslimtradities.
Zonder enige wettelijke of morele sanctie was deze actie zelfs in strijd met de fundamentele normen van menselijk fatsoen. Ik doe een beroep op deze Algemene Vergadering om te eisen dat het toegestaan wordt om het stoffelijke overschot van Syed Geelani te begraven op de “Begraafplaats der Martelaren” volgens de juiste islamitische rituelen.
Mijnheer de Voorzitter,
Pakistan verlangt naar vrede met India, evenals met alle buurlanden. Maar blijvende vrede in Zuid-Azië is afhankelijk van de oplossing van het Jammu en Kasjmir conflict, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de wensen van het Kasjmiri volk.
Afgelopen februari hebben wij het staakt-het-vuren van 2003 langs de demarcatielijn opnieuw bevestigd. De hoop was dat dit zou leiden tot een heroverweging van de strategie in New Delhi. Helaas heeft de BJP-regering de onderdrukking in Kasjmir versterkt en blijft de omgeving bederven met deze barbaarse daden.
Het is aan India om gunstige omstandigheden te scheppen voor een betekenisvolle en resultaatgerichte betrokkenheid met Pakistan. Om dit te bereiken moeten de volgende stappen ondernomen worden:
Ten eerste, het ongedaan maken van de sinds 5 augustus 2019 ingestelde unilaterale en illegale maatregelen;
Ten tweede, het stoppen met het onderdrukken en schenden van de mensenrechten van het volk van Kasjmir; en
Ten derde, het stopzetten en omkeren van de demografische veranderingen in het bezette gebied.
Het is ook noodzakelijk om een nieuw conflict tussen Pakistan en India te voorkomen. De militaire opbouw van India, de ontwikkeling van geavanceerde kernwapens en de verwerving van destabiliserende conventionele bekwaamheden, kan de wederzijdse afschrikking tussen de twee landen aantasten.
En nu, mijnheer de Voorzitter, wil ik het hebben over Afghanistan. Vanwege de huidige situatie in Afghanistan heeft Pakistan om een of andere reden de schuld gekregen voor de samenloop van omstandigheden door politici in de Verenigde Staten en enkele politici in Europa.
Via deze weg wil ik dat zij allemaal weten dat het land dat het meest geleden heeft, afgezien van Afghanistan, Pakistan is, sinds wij ons aangesloten hebben bij de Amerikaanse ‘War on Terror’.
80 000 Pakistanen stierven. 150 miljard dollar zijn verloren gegaan aan onze economie. Er waren 3,5 miljoen binnenlandse ontheemde Pakistanen. En waarom gebeurde dit? In de jaren ’80 was Pakistan een frontliniestaat in de strijd tegen de bezetting van Afghanistan. Pakistan en de Verenigde Staten trainden Moedjahedien groepen om te vechten voor de vrijheid van Afghanistan. Onder die Moedjahedien bevond Al-Qaeda zich, diverse groepen afkomstig uit de hele wereld. Er waren Moedjahedien, Afghaanse Moedjahedien. Zij werden beschouwd als helden.
President Ronald Reagan heeft hen uitgenodigd naar het Witte Huis in 1983. En volgens een nieuwsbericht vergeleek hij hen met de Founding Fathers van de Verenigde Staten. Zij waren helden.
Bij het aanbreken van 1989 vertrekken zowel de Sovjets als de Amerikanen – Afghanistan in de steek latend. Pakistan werd achtergelaten met 5 miljoen Afghaanse vluchtelingen. Wij werden achtergelaten met sektarische militante groeperingen die voorheen nog niet bestonden. Maar het allerergste was dat Pakistan een jaar later werd gesanctioneerd door de VS. Wij voelden ons gebruikt.
Wij gaan vooruit in de tijd naar 9/11, de VS heeft Pakistan weer nodig want de door de VS geleide coalitie viel Afghanistan binnen en dit was niet mogelijk zonder de logistieke steun van Pakistan.
Wat gebeurde er daarna?
Dezelfde Moedjahedien die wij getraind hadden, dat het bestrijden van buitenlandse bezetting een heilige plicht was, een heilige oorlog of jihad, keerde zich tegen ons.
Wij werden samenzweerders genoemd.
Zij verklaarden ons de jihad. Vervolgens hadden mensen, woonachtig in het stammengebied grenzend aan Afghanistan – Pakistan’s semiautonome stammengebied – waar het Pakistaanse leger niet geweest is sinds onze onafhankelijkheid, grote sympathie voor de Afghaanse Taliban. Niet omwille van hun religieuze ideologie maar omwille van Pashtun nationalisme, welke erg sterk is. Dan zijn er nog steeds 3 miljoen Afghaanse vluchtelingen in Pakistan – alle Pashtun, levend in kampen. 500 000 in het grootste kamp, 100 000 kampen. Ze hadden allemaal affiniteit en sympathie met de Afghaanse Taliban.
Welnu, wat is er gebeurd? Ook zij keerden zich tegen Pakistan. Voor het eerst hadden wij de militante Taliban in Pakistan. En ook zij vielen de regering van Pakistan aan. Toen ons leger de stammengebieden voor het eerst in onze geschiedenis binnenging – wanneer een leger de civiele gebieden betreedt is er nevenschade – was er nevenschade die erin resulteerde dat het aantal militanten vermenigvuldigde omdat zij wraak zochten. Maar niet enkel dat. De wereld moet weten dat er 480 drone aanvallen uitgevoerd door de VS hebben plaatsgevonden in Pakistan. En wij weten allemaal dat de drone aanvallen niet zo nauwkeurig zijn. Deze veroorzaken meer nevenschade dan de militanten die zij als doelwit hebben.
Dus mensen wier familieleden gedood waren, wilden wraak nemen op Pakistan. Tussen 2004 en 2014 waren er 50 verschillende militante groeperingen die de Pakistaanse staat aanvielen.
Op een gegeven moment waren mensen, mensen zoals wij, bezorgd: zullen wij dit wel overleven? Overal in Pakistan waren bommen. Onze hoofdstad was als een fort.
Ware het niet voor een van de meest gedisciplineerde legers ter wereld en een van de beste inlichtingendiensten, had Pakistan de strijd niet het hoofd kunnen bieden.
Nu wij dit uiteindelijk horen, dat er veel zorg is in de VS omtrent het zorgen voor tolken en iedereen die geholpen heeft, vragen wij ons het volgende af:
en wij dan?
De enige reden dat wij zoveel geleden hebben is het bondgenootschap met de VS – met de Coalitie – tijdens de oorlog in Afghanistan. Er werden aanvallen naar Pakistan uitgevoerd vanaf Afghaans grondgebied. Er had minstens een dankbetuiging plaats moeten vinden. Maar stel u eens voor hoe wij ons voelen nu wij in plaats van erkenning de schuld krijgen van de samenloop van omstandigheden in Afghanistan.
Na 2006 werd het voor iedereen die Afghanistan en zijn geschiedenis begreep duidelijk dat er geen militaire oplossing aan de orde was in Afghanistan. Ik ben naar de VS gegaan, ik heb gesproken met denktanks, ik heb de toenmalige senator Biden ontmoet evenals senator John Kerry en senator Harry Reid. Ik heb hen geprobeerd uit te leggen dat een militaire oplossing niet aan de orde was, en een politieke regeling de juiste weg voorwaarts was. Niemand begreep dit toen.
En helaas hebben de VS bij het afdwingen van een militaire oplossing niet de juiste beslissing gemaakt. En als de wereld vandaag de dag wil weten hoe het mogelijk is dat de Taliban weer aan de macht is, hoeft er enkel een diepgaande analyse gemaakt te worden omtrent de volgende vraag: waarom gaf een 300 000 man sterk goed uitgerust Afghaans leger op zonder strijd? En vergeet hierbij niet dat de Afghanen behoren tot de dapperste naties op aarde.
Op het moment dat hier een diepgaande analyse van wordt gemaakt, zal de wereld weten hoe het mogelijk is dat de Taliban weer aan de macht is en het komt niet door Pakistan.
Mijnheer de Voorzitter,
Nu moet de hele internationale gemeenschap nadenken over de weg die voor ons ligt. Er zijn twee wegen die wij in kunnen slaan. Als wij Afghanistan nu verwaarlozen, dreigt er een enorme humanitaire crisis te ontstaan: volgens de VN is de helft van de mensen in Afghanistan reeds kwetsbaar, en tegen volgend jaar zal bijna 90% van de bevolking in Afghanistan zich onder de armoedegrens bevinden. Dit zal ernstige gevolgen hebben, niet enkel voor de buurlanden van Afghanistan maar overal. Een gedestabiliseerd, chaotisch Afghanistan zal opnieuw een veilige haven worden voor internationale terroristen – de reden dat de VS in de eerste plaats naar Afghanistan gekomen is.
Er is dus maar één weg in te slaan. Wij moeten de huidige regering versterken en stabiliseren, in het belang van het volk van Afghanistan.
Wat heeft de Taliban beloofd?
Dat zij mensenrechten zullen respecteren.
Dat zij een inclusieve overheid zullen hebben.
Dat zij niet zullen toestaan dat hun grondgebied door terroristen wordt gebruikt.
En zij hebben amnestie verleend.
Als de wereldgemeenschap hen stimuleert, en hen aanmoedigt om dit gesprek te voeren, zal het een win-win situatie zijn voor iedereen. Aangezien dit de vier voorwaarden zijn waar de dialoog tussen de VS en de Taliban in Doha om ging.
Als de wereld hen kan stimuleren om deze richting in te slaan, dan is deze twintigjaar durende aanwezigheid van coalitietroepen in Afghanistan niet voor niets geweest. Opdat de Afghaanse bodem niet zal worden gebruikt door internationale terroristen.
Ik sluit af, mijnheer de Voorzitter, door iedereen erop te wijzen dat dit een kritieke tijd is voor Afghanistan.
Er kan geen tijd verspild worden. Daar is hulp nodig. Humanitaire hulp moet daar onmiddellijk gegeven worden. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties heeft moedige stappen gezet. Ik verzoek u de internationale gemeenschap te mobiliseren en deze richting in te slaan.
Dank u wel.